Personeel
De Ipabo gaat vanaf rond 1990 sterk groeien. Er is meer personeel nodig.
Studentenaantallen (regulier) | ||||
voltijdse opleiding | deeltijdse opleiding | verkorte deeltijdse opleiding | Hierbij zijn dus niet de studenten van de 'korte' cursussen begrepen die in dit decennium verzorgd werden. | |
1991 | 424 | 100 | --- | |
2001 | 696 | 275 | 229 |
De belangstelling voor de pabo-opleiding neemt ook landelijk toe. De pabo-afdeling van de Hogeschool van Alkmaar (nu Inholland) wordt echter nog steeds kleiner, en daar profiteert de Ipabo-Alkmaar van. Coördinator Fokko Schroten noemt daarvoor als belangrijkste factoren: de grootschaligheid van de Hogeschool van Alkmaar, de grote afstand topmanagement en de werkvloer, de gebrekkige roostering, het voortdurend wisselen van lokalen en de geringere begeleiding.
Directie
In het begin van dit decennium bestaat de directie uit directeur John Verhallen en adjunct Kees van Iersel.
In 1992 worden de statuten van de Stichting veranderd, waarbij de directie gewijzigd wordt in College van Bestuur, CvB. Kees van Iersel wordt géén lid CvB, maar opleidingsmanager. Er ontstaan andere gezagsverhoudingen.
De Stichting kent een Bestuur van tenminste 8 leden, waarvan 4 van PC- en 4 van RK-kleur. Het Bestuur vormt het bevoegd gezag en draagt bevoegdheden over aan het CvB waardoor in de praktijk komt het Bestuur op grotere afstand te staan. Het CvB kan veel meer zelf beleid voeren en beslissingen nemen. Het CvB bestaat uit John Verhallen. Naast John kwamen locatiemanagers c.q. vestigingsdirecteuren te staan: Kees van Iersel (Amsterdam) en Fokko Schroten (Alkmaar). Kees verlaat zijn post na onenigheid in 1994 en neemt in 1996 afscheid. Hij wordt opgevolgd door Roel Kingma (1994), die ook conflicten krijgt met John. Hij verlaat de Ipabo in 1998 (en wordt rector van het Emelwerda-college in Emmeloord).
John opereert dan enige jaren als enig lid van het CvB, ondersteund door een beleidsgroep. Jan Jobse functioneerde daarin als secretaris, en híj treedt later (2003) toe tot het CvB.
- Positie CvB
- Kees van Iersel
- Roel Kingma I
- Roel Kingma II
- John Verhallen
- Jan Jobse
- X-sluit
John Verhallen in de directeurskamer, met op de achtergrond zijn bibliotheek. Daarin stond onder meer de 'Bob Evers-serie', populair bij jongens rond 1960. John werkt hier al aan de computer. |
Het CvB bestond uit John Verhallen, die formeel voorzitter was (vzCvB). John had zelf aangedrongen bij het Bestuur om deze constructie. In zijn besprekingen met de voorzitters CvB van andere instituten kreeg hij vaak te horen: 'Ach, jij moet dat altijd maar vragen aan je Bestuur!'. Als CvB kreeg John veel meer vrijheid van handelen. Meer delegatie, minder mandatering. John had er moeite mee als collega's heel dicht bij zijn positie kwamen. Hij was op z'n beste in een meer informele omgeving, waarbinnen hij zich gewaardeerd wist. John paste helemaal in de rij van voorgangers die ook persoonlijk zeer bij 'hun' school betrokken waren. |
Interview 2010; 0:36 (audiofragment 1)
Interview 2010; 0:57 (audiofragment 2) |
In 1988 werd John Verhallen directeur en Kees van Iersel adjunct. Tussen hen heeft het niet echt goed geboterd (botsing van karakters?), niet alleen binnen de directie (Audiofragment 1) maar ook meer als collega's (Audiofragment 2). |
Interview 2008; 2:05 |
Roel Kingma werd de opvolger van Kees van Iersel in 1994 en wordt directeur initiële opleiding. In deze jaren groeide de deeltijdse opleiding sterk uit en werd gecoördineerd door Coen Schinkel. Roel had bestuurlijke ervaring onder meer als wethouder (Broek in Waterland, namens de PvdA). Roel vertelt hier hoe probeerde een meer formele structuur op te bouwen. De Ipabo had toen een 'platte structuur', met teveel onduidelijkheden. |
Interview 2008; 1:18 |
Tussen John en Roel ging het ook niet goed - hij vond dat hij geen beleidsruimte kreeg. Kleine en grote irritaties, conflicten. Er werden pogingen gedaan om tot een vergelijk te komen, een modus vivendi. De 'Nunspeetgroep' moest een oplossing zien te vinden. Daarover vertelt Roel in dit fragment. |
Over het conflict met Roel en de 'protestgroep' die later de 'Nunspeetgroep' zou worden vertelt John Verhallen hier. Zoals zo vaak zijn er meerdere kanten aan een meningsverschil. Uiteindelijk is Roel weggegaan. John Verhallen was daarna enige tijd het enige lid van het CvB. Voortvloeiend uit de activiteiten van de Nunspeetgroep ontstond de beleidsgroep. Hierin zaten enkele personeelsleden die elk een eigen 'beleidsportefeuille' hadden. Die kregen echter niet de beleidsruimte die nodig geacht werd. Later kwam Jan Jobse in deze beleidsgroep. Interview 2010; 1:46 |
Jan Jobse heeft lang in verschillende coördinerende functies gewerkt en zat als zodanig dicht tegen de directie aan. Hij heeft van nabij de conflicten tussen de verschillende directieleden meegemaakt. In dit fragment typeert hij John Verhallen als directeur, en later Vz CvB. John heeft enorme verdiensten voor de Ipabo gehad - en vroeger ook voor 'Magister Vocat' waar John adjunct was. Hij vereenzelvigde zich sterk met 'zijn' school. Dit was mede oorzaak voor de problemen. Overigens was de Ipabo ook voor andere docenten een alternatief 'thuis'. Interview 2012; 1:34 |
Onderwijzend Personeel
Door de sterke toename van het aantal studenten is meer personeel nodig. Diverse boventallige collega's komen terug. De lijst boventalligen wordt kleiner.
De verplichtingen van de Ipabo duurden formeel tot 1 augustus 1990. Docenten die dan nog geen werk hadden gevonden konden aanspraak maken op een 'verlengde uitkering' van maximaal 10 jaar. Een enkele heeft dat ook gedaan.
Deel van het personeel tijdens de slotvergadering schooljaar 1995-1996. Via de gezichten stellen de collega's zichzelf voor.
Er kwamen ook nieuwe gezichten bij, en het aantal vrouwelijke collega's nam evenzeer toe. Pedagogiek en Nederlands werden grote secties, met tot 8 à 10 docenten. Tegen het einde van de negentiger jaren telde Ipabo tegen de honderd onderwijsgeven den, waarvan een aantal bijna alleen in Alkmaar of in Amsterdam werkte, en anderen in beide vestigingen.
Docenten bij een diplomering in 1996. Het was de (goede!) gewoonte dat de docent bij wie een kandidaat de eindscriptie had gemaakt, deze kandidaat bij de diplomering toesprak (een soort laudatio), zoals hier Herman Olde. Docenten stellen zich voor als je de muis over de gezichten haalt.
- Jan Kolk over sollicitaties
- Jos van Onna
- Henk Tor
- Hans Keissen
- Kjell Wagner
- X-sluit
Interview 2012; 1:14 |
In het fragment hiernaast vertelt Jan Kolk iets over de wijze waarop de sollicitatiegesprekken met en bij John Verhallen (soms) verliepen. Als hoofd 'Personeelszaken' was hij betrokken bij nogal wat sollicitaties. Jan Kolk werkt vanaf 1989 aan de Ipabo, eerst als hoofd personeelszaken annex financiële administratie. Toen deze laatste afdeling later sterk groeide, werd hij dáár hoofd van. Tot de financiële administratie hoort nu ook de salarisadministratie. John Verhallen had zo zijn eigen wijze om nieuwe collega's aan te trekken. Dit fragment staat echter zeker niet model voor alle sollicitaties! |
Jos was als docent Tekenen en Handenarbeid verbonden geweest aan de opleidingen 'De Voorzienigheid' en 'Magister Vocat' en later de KPA. Bij de fusie tot Ipabo was er voor hem geen plaats meer, en al in 1986 begon hij met een studie psychologie, die hij vier jaar later met groot succes afsloot. In december 1989 belde John Verhallen op of hij niet wilde terugkomen. "Ik heb iemand nodig die de kar kan trekken!" Jos had toen al een onderzoeksplek aangeboden gekregen aan de afdeling neuropsychologie van de VU. Een luxe situatie, maar Jos volgde zijn 'roeping': werken in het onderwijs. Hij had een duidelijke missie: vorm geven aan het Beeldend Onderwijs - en daar is hij in de jaren '90 in geslaagd. Hij ontwierp vele lesmaterialen en publiceerde een boek over Beeldende Vorming.Jos combineerde een grote mate van creativiteit met dito didactische inzichten. |
Henk Tor werkte als directeur aan de Dr Rijk Kramerschool. Tegelijk studeerde hij biologie. Via Anneke Terpstra hoorde hij van een vacature biologie aan de Ipabo, solliciteerde. Hij kreeg een kleine aanstelling die bovendien maar tijdelijk zou zijn ('Vond je dat niet een waagstuk?', 'Nee, ik heb wel vaker een risico genomen in mijn loopbaan'.) Henk zou met name de deeltijdse opleiding moeten gaan verzorgen en nog enkele 'gaten' door zittend docent Kees van Wissen niet op te vullen. Men dacht in die tijd nog dat de deeltijd heel tijdelijk zou zijn. Maar zie: die groeide 'vast in tal en last'. Henk was succesvol, en kwam in het management van de Hogeschool Ipabo terecht. |
Interview 2008; 1:56 |
Hans is jarenlang leraar basisschool en adjunct-directeur geweest . Al vroeg wilde hij geschiedenis studeren, en wilde hij ook leraar aan een pabo worden. Daartoe was hij geïnspireerd geraakt door zijn opleidingsschool, de HPA. Na voltooiing van de studie werd dat een mogelijkheid. Hij kende Henk Tor al van de opleiding, en van hem hoorde hij dat aan de Ipabo een vacature 'docent geschiedenis' was ontstaan doordat Roel Kingma directeur (initiële opleiding) was geworden. Hans stuurde een open sollicitatie. In dit fragment vertelt Hans hoe zijn sollicitatie verliep. Hij werd aangenomen (1994). |
Interview 2009; 2:00 |
Kjell Wagner studeerde aan de PC PA 'Da Costa' in Santpoort. Hij werkte jarenlang in het basisonderwijs: in IJmuiden, Scheveningen, Haarlem als leerkracht en directeur. Naast deze drukke banen studeerde hij Engels en behaalde zijn eerste graads bevoegdheid. Kjell is een all-round onderwijsman, beschikt over een rijke ervaring, zeer betrokken bij kinderen en studenten. Hij kan een koor leiden, goed zingen en nog veel meer. |
Positie van docenten
In het begin van dit decennium worden op de Ipabo functioneringsgesprekken ingevoerd. Eerst nam John Verhallen dit karwei, ondersteund door Fokko Schroten, ter hand, later namen Roel Kingma en Herman Tervoort het over. Het paste in het streven de school meer 'bij de tijd' te brengen, maar docenten ervoeren dit -deels- als een inbreuk op hun autonome positie. Die werd toch al, zo voelden zij dit, aangetast. Overigens verliepen deze eerste gesprekken weinig succesvol. Vaak werd gevraagd: 'wat zou je (nog) willen?'.
In deze tijd kregen docenten te maken met een kwantitatieve beschrijving van hun taak. Daarin werd onder meer onderscheiden: lestaken, voor- en nabereiding, nascholing, contacten met sectiegenoten binnen en buiten de school, stagebezoeken, en instituutsgebonden taken.
Administratief, ondersteunend personeel
De Ipabo begon in 1987 met 5 leden van het ondersteunend personeel, tezamen 4 FTE's. De langst zittende was Anneke Terpstra. Zij begon al in 1970 als secretaresse op de HPA, deed hier en later aan de VRA en de Ipabo een (fors) deel van de administratie.
Naarmate de Ipabo groeide kwamen er meer mensen bij. Toen in 1989 de (financiële) administratie werd teruggehaald van de Hogeschool Holland, kwam Jan Kolk naar de Ipabo. Later gevolgd door Dusty de Kock (ondersteuning en secretaresse internationalisering, later administratie), en een afzonderlinge secretaresse voor de directie (Lilian Schijf, Wilmar Koodering Clemens).
- Samenwerking met John Verhallen
- Toename taken financiële administratie
- X-sluit
Interview 2012; 1:12 |
In de loop van de negentiger jaren kreeg de afdeling Financiën geleidelijk aan meer grip op het reilen en zeilen van de Ipabo. De taken werden talrijker en omvangrijker. Maar dat ging niet makkelijk. Het was voor Jan Kolk soms lastig om precies te kunnen volgen en verwerken wat er zoal speelde. Docenten gingen bij het verwerven van materialen soms erg solistisch te werk, of vroegen rechtstreeks toestemming aan John Verhallen (zoals in dit fragment Kees van Wissen). Ook deed John Verhallen zelf allerlei transacties, waar hij de administratie onvolledig van op de hoogte bracht, zoals bij de verkoop van het eerste jaars PGO-programma (1995). In dit fragment vertelt Jan Kolk daar over. |
In dit fragment vertelt Jan Kolk over de toename van de taken van de administratie van de Ipabo. Die toename had diverse oorzaken, waaronder de groei van de school, maar vooral ook door de overdracht van taken door de overheid aan de instellingen. Jan noemt ook de vier componenten van de administratie. Interview 2012; 1:58 |